WB01343_.gif (599 bytes)L_VOORKd.gif (24816 bytes)   dubbele cover Loustal

Als dit Java was zou ik beter kijken

DOOR: J A C K  M E 1 J E R S

In de tekeningen van Loustal is het altijd warm. Als het kwik niet stijgt, prikkelt hij het verlangen met zuurzoete tafereeltjes van een verlaten palmstrand of een havencafé na sluitingstijd. In handzame schetsblokje beraamt hij de vernieuwing van het Franse beeldverhaal. Gesprek met een tekenaar / wereldreiziger die wel van koffie, maar niet van wasmachines houdt. "Ik ben geen martelaar voor de reclame.

In de verte huilt een hond. (Is het wel een hond?) Het gejank mengt zich met de rumba-ritmes uit de luidsprekerkast. Er knarst een schommelstoel, opgewonden over het zuchtje wind op de veranda. Een tanige vrouw wiegt haar heupen en slentert weg, een mand vol verse vis onder de arm. Vier mannen legen hun glas en leggen een kaartje, routineus en quasi onverschillig. En de zon? De zon verveelt zich; ze stooft de dag, fel en meedogenloos.

Wanneer Jacques de Loustal zijn koffers pakt, trekt hij meestal naar het zuiden. Naar de ongerepte uithoeken van de globe, blinde vlekken op de kaart van de touroperators. Naar plekken waar de reiziger nog alleen is met het landschap; overgeleverd aan de grillen van de thermometer, vertrouwend op de schaduw onder een plataan en de koelte van de nacht. Waar het Robinson Crusoë-gevoel het wint van territoriumdrang en rugzaktoerist, voelen de tekenaar en zijn fantasie zich thuis. Daar ontfermt hij zich over de spaarzame locaties die de Travel Survival Kit over het hoofd heeft gezien.

Jacques de Loustal kent de verlokking van een woestijnzand en barre droogte nog uit de tijd dat hij de dienstplicht als architect in Marokko vervulde.

"Voor mijn vader was het een ondraaglijke gedachte geld te investeren in een studie die me tot berooid kunstenaar zou vormen. Architectuur was het best denkbare compromis tussen mijn artistieke ambities en de nuchtere burgerzin van mijn ouders. Ik heb die studie nooit berouwd, ze heeft mijn oog gevormd."

Toen de jonge bouwmeester uit de Sahel was teruggekeerd, had hij niet het gevoel dat het architectuurcircuit om zijn bijdragen verlegen zat. Ondertussen had hij al wel drie boeken gepubliceerd en de nodige uitgeverscontacten opgedaan.

Jacques de Loustal koos een geschikt moment om striptekenaar te worden. Eind jaren zeventig leek het beeldverhaal de kinderschoenen definitief te ontgroeien. Frankrijk beleefde een stripexplosie en bladen als L'Echo de Savanes en Métal Hurlant profiteerden van de volwassenwording van het medium. Meteen al wist Loustal zich van zijn collega's te onderscheiden door een weergaloos gevoel voor kleur en atmosfeer. Tegelijkertijd brak hij met de stripconventie die het gebruik van balloons voor schrijft. Door de samenwerking met literaire auteurs als Jerome Charyn, Tito Topin en Paringaux, werden zijn boeken vooral als beeldromans bestempeld.

"De Angelsaksische opvatting kan niet zonder humor in strips", doceert Loustal. "Dat lacherige, cartoonmatige is niet mijn stiel. Ik pas in de Romaanse traditie, die veel narratiever van inslag is. Een verhaal met beelden vertellen: dat is een Franse traditie die terugvoert naar het tapijt van Bayeux."

Jacques de Loustal "Ik heb een voorkeur voor de open ruimte, Het mooiste landschap is een landschap zonder mensen, "

In boeken met zweterige titels als Zenata Plage, Besame Mucho, 80% d'Humidité, Coeurs de Sable (Woestijnkoorts), Cliches d'Amour, Lumières du Jour (Daglicht) en La Couleurs des Reves experimenteert Loustal met het materiaal en speelt hij met vertelperspectief en de eenheden van tijd en plaats. "Ik beweeg me graag buiten het kader van de dialoog. Het breken van balloons en het gebruik van onderschriften creëert spannende mogelijkheden voor de compositie, voor de houding tussen tekst en beeld. Soms is het beeld een letter weergave van de informatie uit de tekst, maar het kan die verdiepen, tegenspreken of zelfs in twijfel trekken. Ik ben geïnteresseerd in de chemie tussen het geschrevene en het getekende. Als een tekst minutieus beschrijft wat iemand denkt, kan ik de tekening er als een extra vertellaag overheen leggen. Ik kan laten zien hoe die figuur zich voelt of een markant detail lichten. Afgezien van dat inhoudelijke argument, is er ook een esthetisch motief. Zo'n zweven ballon vol letters kan het panorama flink verpesten. Aan de andere kant: als een verhaal ritmisch is uitgewerkt volgens het basisstramien van vraag, woord en tekstballon, dan heb ik er niets op tegen."

Door zijn ongewone aanpak is Loustal veroordeeld tot de status van een displaced person ergens tussen literatuur, kunst en massavermaak. "Veel stripfanaten kunnen me niet plaatsen bij ontstentenis van tekstballonnen, terwijl de literair georiënteerde lezers moeilijk over de plaatjes - drempel stappen. Eigenlijk ben ik net zoveel illustrator en schilder, als striptekenaar. Recent werk als Sud, Duo en Bestiaire is bijna handwerk, gepubliceerd in gelimiteerde oplages van enkele tientallen of honderden exemplaren. Of het nu een uniek schilderij, een reclameopdracht of een boek voor Casterman betreft: het blijft mijn wereld. Al die tekeningen zijn manieren om mijn obsessies te onderzoeken en te beschrijven." Die obsessie gaat over mensen die zich thuis voelen in hun omgeving, én over mensen die er zo snel mogelijk weer vandaan willen. In dat opzicht is Loustal altijd een architect gebleven: ruimte en licht, interieur en exterieur zijn de leidmotieven in zijn oeuvre. Hij hoeft die gebouwen en interieurtjes niet te realiseren. Als hij ze maar mag tekenen.

"Ik ben gevoeliger voor plaatsen voor empty places, dan voor mensen" verklaart Loustal. "Mensen teken ik meestal in directe samenhang met de binnen - of buitenruimte. De omgeving geeft de personages een gezicht. Ik wil altijd nog eens een verhaal vertellen zonder dat de hoofdpersonages zelf in beeld zijn. De karakters krijgen dan gestalte door in te zoomen op de ruimte die ze vullen. Ik stel vaak meer belang in het decor, in de mise-en-scène, dan in de eigenlijke handeling."

Het decor, de interieurs en exterieurs die hij op papier herinterpreteert, kiest Loustal bij voorkeur op locatie. "Ik heb een voorkeur voor de open ruimte, voor woestijnen en kale, ongedefinieerde landschappen. Het mooiste landschap is een landschap zonder mensen. De indrukken tijdens buitenlandse reizen verzamel ik in een dagboek. Ik houd ervan om weg te gaan. Reizen voedt de melancholie en de herinnering."

Loustal is er de man niet naar om er met zijn schetsblok op uit te trekken en impressies van het Franse levensgevoel op papier te storten. "Ver weg is meer te ontdekken. Een geografische kloof verschaft je de middelen om iets te laten zien wat niet voor de hand ligt. Als je een plek goed kent, word je immuun voor de betekenisvolle details. Parijs is mijn territorium. Ik leef in die stad, dus hoef ik haar niet te tekenen. Aan de andere kant van de wereld is meer te zoeken én te vinden. Ik heb behoefte aan distantie, aan afstand tot het materiaal, letterlijk. Ik zie meer, als ik in het buitenland ben.

"Als dit Java was, zou ik beter kijken."

Voor zijn nieuwste boek, Java, een verslag in schetsen, schilderijen en aquarellen, reisde Loustal naar de Indonesische archipel. Aan de voet van de Merapi, in de omgeving van Jogyakarta, bewaarde hij zijn Aziatische indrukken in een carnet de voyage. Met oostindische inkt legde hij de geur van kretek vast, spaarde hij de blik van een straatventer voor de vergetelheid. "Het gaat me niet om de aperte details; ik ben vooral geïnteresseerd in de minder nadrukkelijke finesses die een sfeer in het geniep beïnvloeden. Wat ik door de tijdsdruk niet kan tekenen, fotografeer ik. Ik gebruik ook steekwoorden, indicaties over vochtigheidsgraad en temperatuur, aanwijzingen over lichtinval, de naam van een restaurant, de kleur van een cocktail of het nummer van een hotelkamer."

De schets- en opschrijfboekjes fungeren als Loustals provisiekast.

Vaak vormen ze de opmaat voor een nieuwe reeks illustraties of een nieuw boek. "De problemen van de stripauteur zijn vergelijkbaar met de problemen van een filmregisseur. In wezen beantwoord je dezelfde vragen. je werkt een storyboard uit, je monteert, je zoomt in en je kadreert de handeling. Maar met pen en papier is je macht groter dan achter de camera. jij alleen bent de schepper van je karakters; jij schenkt hen het Ieven .

Naast landschappen en de ontheemde mensen daarbinnen, is het een komen en gaan van trouwe viervoeters en geschubde waterbewoners. "Houden en vissen laten een illustrator veel ruimte omdat de prototypes zo duidelijk en herkenbaar zijn. Vier poten, een staart en blikkerende tanden: dat is een hond. Kieuwen en schubben: dat is een vis. Een paard is veel moeilijker. Een hond verbergt oneindig veel vormen, maar blijft zichzelf"

Loustals sensuele kleurgebruik herinnert aan beroemde landgenoten als Gauguin en Matisse. Er bestaat verwantschap tussen de doeken van Modigliani, George Grosz en Max Beckmann en zijn eigen groteske anatomische lessen. De thematiek van water, lucht, en het open landschap, is sterk beïnvloed door het werk van Hopper en Hockney. Op reis laat de tekenaar zich graag verrassen door de instinctieve gedrevenheid van amateur-schilders. "In Afrika en Zuid-Amerika bloeit een soort populaire kunst die doordrenkt is met folklore en religie. Er heerst een ambachtelijk professionalisme, met ruimte om een steek te laten vallen. Die combinatie van bescheidenheid en ongekunsteldheid bevalt me."

Naast zijn vrije werk en zijn boeken (gemiddeld één per twee jaar), stuurt Loustal regelmatig getekende bijdragen naar Libération, L'Express, Lire, Das Magazin en The New Yorker. Zijn zuurzoete mélange lijkt ook zeer geschikt om exotische softdrinks, chartermaatschappijen, de mode -, tabak -, en woonbranche aan te bevelen.

"Het is niet altijd makkelijk te achterhalen wat reclamemakers in mijn werk aanspreekt. Is het de kleur, de sensuele spanning of de broeierige atmosfeer? Een campagne voor gin, chocola of koffie ,ligt in mijn geval meer voor de hand dan een reeks uitingen voor witgoed. Als ze me vragen om een wasmachine te tekenen, bedank ik voor de eer. Aan een wasmachine kan ik niets opwindends ontdekken. Ik ben trouwens nogal duur. Als je duur bent, hoef je niet zo hard te werken. Een reclamebureau benadert je meestal omdat je in de mode bent. Een betere reden hebben ze meestal niet. Vaak ligt er dan een tamelijk nauwkeurige rough, waar ik me niet te veel aan kan onttrekken. Het bureau stelt de klant niet graag teleur en ik stel het bureau niet graag teleur. Dus zal ik niet vechten voor mijn gelijk. Ik ben geen martelaar voor de reclame. Soms zit er iets tussen wat me écht raakt, iets in de sfeer van de muziek, het landschap of het interieur.

Toch houd ik van reclame, vanwege die deadlines en het vergankelijke karakter. Ik haat het om mijn tijd te verdoen. Waar die drang om het papier te vullen vandaan komt? Het is een manier om mezelf te organiseren, om indrukken te verwerken. Misschien. Als ik te lang boven het schilderslinnen hang, keer ik altijd weer terug naar het papier. Sommige beelden verwerk ik meerdere malen. Wat begint als een nerveus schetsje met viltstift, werk ik uit als schilderij en belandt uiteindelijk als illustratie in een boek of campagne. Er is zoveel te zien: al die details die om samenhang, om weergave smeken. Maar dat betekent niet dat ik een naturalist ben. Mijn werk is eerder naïef. Het wordt met de dag naïever."

In: Blad nr. 3, juni/juli 1996

Dit blad is inmiddels opgeheven, was een tweemaandelijks magazine over communicatie in tijdschriften. Uitgave VNU

ISSN 0922-2111