WB01343_.gif (599 bytes)

 


Kees Kousemaker
geboren:.25/1/1942 overleden  27/4/2010

Onder een wanhopig blauwe hemel

door Hans Steketee

In de Amsterdamse stripboekwinkel Lambiek is tot half maart een tentoonstelling gewijd aan de Franse striptekenaar en illustrator Jacques de Loustal. Kortgeleden verscheen een Nederlandse en een Franse luxe-uitgave van honderd losse tekeningen van Loustal, die samen een weemoedig universum in pasteitinten vormen.

Tweemaal per jaar brengt Le Monde een op glanzend papier gedrukt toeristisch bijvoegsel uit, 'Voyages'. Op de omslag van het winternummer is een betonnen wandel te zien, dat leidt naar een uitkijkpunt hoog boven de zee. De zon staat in het zenith, het water beneden is ultramarijn. Aan het einde van het witte pad zit een vrouw op een steen. Zij kijkt naar de horizon; ongetwijfeld met een verlangen in haar binnenste. Hoopt zij op een wit zeil aan de kim? Wil zij zich het liefst in de diepte storten? Ergens tussen peilloos verdriet en verwachtingsvol geluk bevindt zich het universum van striptekenaar en illustrator Jacques de Loustal.

Temidden van de reisaanbiedingen voor Florida, Japan en Val-d'Isère staan Loustals onbestemde aquarellen. Het bijvoegsel van Le Monde beschrijft vooral de wereld van Peter Stuyvesant, maar Loustal zet de reiziger weemoed en landerigheid voor. In zijn wereld glijden feloeken onder hun Latijnse zeil stroomafwaarts. Een propeller aan het plafond van een shabby hotelkamer in Algiers roert de middaghitte om. Pakjes sigaretten zijn bij hem altijd verkreukeld, de asbakken vol. Over het behang loopt een insect. Onder het bed ligt een lege fles J&B.

Loustal (1956) tekent stripverhalen en losse illustraties. Zijn verhalen verschijnen gewoonlijk in het stripblad A Suivre en vervolgens in albumvorm. Zijn illustraties staan in Franse kranten en tijdschriften (Le Point, Libération, Lire, Pilote) en in het muziekblad Rock et Folk. Uit die laatste wereld is ook de scenarioschrijver Philippe Paringaux afkomstig met wie Loustal vaak samenwerkt.

Twee jaar geleden maakten ze het verhaal Barney et la note bleue - in het Nederlands verkrijgbaar als Besame Mucho- over het leven van een jonge saxofonist, die in het Parijs van de jaren vijftig 'ontdekt' wordt door Miles Davis. Hij begint op te treden waarbij zijn uiterst zwoel gespeelde 'classic' Besame Mucho menig hart in beroering brengt. Na een uitzichtloze verhouding met de vrouw van zijn manager verdwijnt Barney van het toneel om, na een verblijf in Amerika en inmiddels verslaafd aan heroïne, nog eenmaal op te treden en vervolgens te sterven.

De Fictie had een merkwaardige staart. Barney was geïnspireerd op de bestaande figuur van Barney Wilen. De zeer jonge saxofonist Wilen was inderdaad na een veel- belovend begin van zijn carrière (onder andere een optreden met Davis -Jazz Messengers in het Amsterdamse Concertgebouw in 1959) uit de scène verdwenen maar niet van de wereld. In Nice volgde hij zijn eigen lotgevallen in stripvorm van maand tot maand in A Suivre, tot het moment waarop Loustal en Paringaux hem tot zijn stomme verbazing lieten sterven .

Aanvankelijk voelde Wilen schandelijk misbruikt, maar hij liet zich ervan overtuigen dat de situatie een zonnige kant had: Wilen maakte zijn comeback - een stripfiguur die een tweede leven begon - en heeft inmiddels drie nieuwe langspeelplaten gemaakt, waaronder een soundtrack bij het stripalbum over de fictieve Barney, met als hoes de omslag van het album. Barney et la note bleue (1986) een ongekend succes in Frankrijk, waar de oplagen van stripalbums voor een volwassen publiek toch al die van literatuur benaderen. Het boek betekende eveneens gunstige wind voor Loustal, wiens albums (Clichés d'Amour, New York-Miami) en kleine prentenboeken als Zénata-Plage en Pension Maubeuge tot op dat moment een betrekkelijk marginaal bestaan moesten leiden. Uitgeverij Les Hurnanoides Associees heeft dan ook nu levenskansen gezien voor een dik en duur album waarin honderd illustraties die Loustal heeft getekend voor uiteenlopende doeleinden zijn verzameld: Lumieres du jour. Tegelijkertijd is van dat boek een Nederlandse editie verschenen (Daglicht, uitgeverij Het Raadsel), terwijl Nederlands grootste stripboekwinkel, Lambiek in Amsterdam, een tentoonstelling houdt van originele tekeningen, aquarellen, zeefdrukken en albumbladzijden van Loustal.

Uitgerekt

Striptekenaars zijn geen fotografen, want in hun tekeningen is vaak zowel oorzaak als gevolg van een handeling te zien. In de tekeningen van Loustal -of het nu losse illustraties zijn of de samenstellende delen van een stripverhaal - is de tijd nog verder uitgerekt. Zijn personages zijn niet vastgelegd op een beslissend moment van een handeling, maar in een algemene toestand, een soort grootste gemene deler van de werkelijkheid. Zijn ze vrolijk, verdrietig? Beginnen ze een gesprek of loopt het' juist ten einde? Staan ze op het punt in woede uit te barsten hun glas stuk te smijten of zullen ze het bedaard leegdrinken vervolgens de hele scène de rug toe keren?

Die onbeweeglijkheid wordt op een aantal manieren versterkt in plaats van met veel kleine tekeningetjes een albumpagina te vullen, laat Loustal liever twee grote zien. Daardoor krijgen ze de dimensie van een schilderij: de mannen en vrouwen van Loustal doen niets, maar poseren alsof ze iets doen.

Tekst staat altijd onder de tekening, nooit erin. "De hemel is nog eenmaal wanhopig blauw. De wolken die uit zee zullen komen laten op zich wachten. Eduard doet de 'Neptune' vandaag niet open; er zal toch niemand meer komen voor zijn windschermen, parasols en waterfietsen." Het is vertellerstekst  de personages hebben geen ballon nodig. Eduard staat op het plankier van zijn strandpaviljoentje met de naam 'Neptune-Plage' en kijkt naar zee. De opkomende zon schijnt onder de wrakke luifel precies op, het bord met sandwichs glaces , 'boissons'. In het zand waar geen vloed overheen is gegaan liggen de voetafdrukken en de blikjes van het voorbije seizoen. "Arrière saison" Naseizoen, heet het troosteloze verhaal zonder clou dan ook.

Onder de laatste tekening: "Eduard heeft van zijn buurman een folder geleend: 'Dit charmante badplaatsje biedt eenieder de zekerheid van een prettige vakantie, opgevrolijkt door het opwindende leven, dat zich afspeelt langs de zee, die in zijn glinsteringen de zonneschijn en de azuren zuiverheid van de lucht weerspiegelt.' Vanavond zal bij zijn ogen sluiten en wachten op de herfststormen en op de terugkeer van Vera."

Men zou Loustal ervan kunnen verdenken dat het verhaal niet meer is dan een alibi om zulke decors te kunnen tekenen; hij volgde een architectenopleiding en heeft meer dan eens verteld dat zijn werkelijke personages geen mensen zijn, maar gebouwen, landschappen en rekwisieten. Vooral met die zetstukken weet hij als geen ander de sfeer op te roepen die in Frankrijk retro heet: een niet-gebonden nostalgie, verlangen naar verleden-in-het-algemeen. Een stoel uit de jaren '20, een ballroom-orkest uit de jaren '30, neonreclames uit de jaren '40, gevleugelde auto's uit de jaren '50, cocktailjurkjes uit de jaren '60; de kunstenaar mag ze 'citeren' (zoals het tegenwoordig heet) en vrijelijk door elkaar mengen.

Soms vertroetelt Loustal de trends wat al te innig, zoals in een aquarel uit 1986 dat 'La lente progression des nuages' (Langzaam voorbijglijdende wolken) heet. Een kamer met uitzicht op zee; het is warm, want Loustal heeft een elektrische ventilator geleend van een private eye uit een B-film. De voorgrond bestaat hoofdzakelijk uit een tafelblad met daarop -een mat-groene Underwood, een Zippo benzine-aansteker, een volle asbak (type Ricard) en een halfvolle fles whisky. Er ligt een vel papier waarop één woord staat: 'plan'. In de schrijfmachine is de zin 'Elle se tenait sur le balcon et observait la lente progression d' tot stilstand gekomen. "Zo ziet writer's block eruit", schreeuwt het van het papier, en het kost moeite om niet te geloven dat de tekenaar ook even niet wist hoe hij verder moest.

Soms bestrijdt Loustal het ene cliché met het andere: de troosteloosheid van een badplaats uitdrukken met een toeristische reclametekst is zeer effectief. De stereotype at, tributen van het writer's -block doen echter niet meer dan het best zet houden van hun afgesleten gemeenplaats. Ze laten een algemene waarheid zien, zoals in vroeger eeuwen prenten en gravures -.de axioma's van geloof of liefde verbeeldden: een anker met dolfijn voor de spreuk 'Festina lente' en een pijl van Eros die in een kuras steekt voor 'Liefde overwint.alles' Als Loustals moderne emblemata moralistisch zijn, zeggen ze eigenlijk maar één ding: het heeft weinig zin er een moraal op na te houden, 'Alles is ijdelheid'

 

NRC Handelsblad 10 februari 1989

Vergelijkbare artikelen verschenen in:

het Parool 10 februari 1989

de Volkskrant 11 februari 1989

Vrij Nederland/boekenbijlage - 11 februari 1989