WB01343_.gif (599 bytes)WB01345_.gif (616 bytes)

2003 sérigraphie Georges Simenon

Sérigraphie representant 
Georges Simenon éditée à l'occasion de l'année Simenon. 

Sérigraphie passages 6 couleurs, sur papier. 50 ex. numérotés & signés + 6 ex. HC
Format : 65 x 38,5
Ed. La Marque Jaune (2003)

Loustal : Simenon

Exposition "Loustal illustre Simenon" à la librairie La Marque Jaune à Liège (Galerie Opéra (1er étage) - Tel: + 32 (0)4 233 55 01 ) du 17 janvier au 18 févrire 2003. Une sérigraphie de Simenon sera proposée à cette occasion (reprise de l'illustration pour Le Figaro Littéraire du 09 janvier 2003).
Présentation des illustrations de Loustal pour les nouvelles de Simenon éditées par Omnibus (deux par an depuis 2000).

 

Le 13 Février 2003, il y aura 100 ans que Georges Simenon sera né. À cette occasion, de nombreuses manifestations se dérouleront.
Certaines, par manque d'information, seront oubliées. N'oubliez pas de me les communiquer !

Son fils John déclare : "Si mon père a toujours éprouvé une extrême méfiance vis-à-vis des nationalités, il a toujours revendiqué avec force et émotion ses racines liègeoises, racines qu'il a même renforcées régulièrement en inscrivant sur les registres de l'état civil de Liège le nom de ses enfants nés à l'étranger." Une centaine de manifestations sont prévues dans sa ville natale en 2003. Les détails du programmes seront rendus publics à la fin de 2002 sur le site Simenon 2003

 

 

Uitgeverij Atlas heeft de rechten verworven voor de heruitgaven van Georges Simenon in het Nederlands. Dat is door Uitgeverij Atlas België bekendgemaakt. Alle 'Maigrets' worden opnieuw vertaald.

De eerste delen in pocket verschijnen in juni 2003 ter gelegenheid van de Maand van het Spannende Boek. Ook in haar serie 'De twintigste eeuw' verschijnen twee verzameldelen: een met zijn Maigret-krimi's en een met romans. Op 12 februari 2003 is het honderd jaar geleden dat Georges Simenon in Luik werd geboren. Ter gelegenheid daarvan zijn er diverse herdenkingen, tentoonstellingen en nieuwe uitgaven. In 1932 verscheen het eerste boek met Maigret als hoofdpersoon. Simenon had tot die tijd onder het pseudoniem Sim gepubliceerd. De Waalse schrijver heeft meer dan tweehonderd titels op zijn naam gebracht. Vijftig romans werden verfilmd of voor televisie bewerkt.

Uitgeverij Atlas
Herengracht 48
11017 BT Amsterdam
Nederland
020-5249800

 


(exemplaire signée Loustal)

 



(exemplaire non signée)

Luik herdenkt de honderdste geboortedag van veelschrijver Georges Simenon

Honderden romans heeft hij geschreven, pulpromans, Maigrets en romans durs, 'hard als hout dat blijft'. Georges Simenon was een veelschrijver, een échte romancier. Maar was hij ook een Groot Schrijver? Luik herdenkt zijn honderdste geboortejaar. Dáar is hij met schrijven begonnen, dáar loop je in de voetsporen van zijn personages.

VAN LEKKER en veel eten, 'eend in de Tour d'Argent, sole meunière bij Jimmy's, bouillabaisse bij Drouant', noteerde Ernst Jünger in zijn Parijse dagboeken over het culturele en het literaire leven, 'krijgt men een gevoel van macht'. De alom gerespecteerde en ook machtige uitgever Gaston Gallimard nodigde een keer de schrijver Georges Simenon uit in een van die gerenommeerde restaurants. Hij wilde 'onder het genot van een goede lunch' met hem de voorwaarden bespreken van zijn nieuwe schrijverscontract voor zijn psychologische romans-romans.

De schrijver echter hield niet van lunches 'waar men over alles praat, behalve over zaken'. Hij zei: 'Luistert u eens, monsieur Gallimard, we zullen het contract bespreken op uw kantoor, terwijl uw secretaresse aantekeningen maakt, met de deur op slot en de telefoon van de haak, en we zullen in minder dan een halfuur tot overeenstemming komen.' Ze sloten in oktober 1933 een voor de schrijver buitengewoon gunstig contract. Zijn uitgever mocht geen akkoorden meer tekenen op kantoor, want - zei Simenon - 'ik noem u geen Gaston (. . .) en houdt u alstublieft op mij cher ami te noemen (. . .) en voortaan komt u naar mijn huis'.

Eigenlijk had hij al in 1933, toen hij dertig jaar oud was en van uitgeverij Fayard naar Gallimard was overgestapt, zijn populaire en winstgevende commissaire Maigret 'met vervroegd pensioen kunnen sturen'. Zijn laatste Maigret echter - hij schreef er 76 - verscheen niet in dát jaar, maar bijna veertig jaar later, in 1972, Maigret et Monsieur Charles, zijn allerlaatste roman.

Simenon wilde voortaan uitsluitend nog 'literaire' boeken schrijven, alleen nog maar romans durs, 'hard als hout dat blijft'. Maar zulke boeken verkochten veel minder. Hij schreef de populaire Maigrets omdat die veel geld opbrachten, maar 'die andere boeken' zou hij schrijven in de voetsporen van auteurs die hij - toen hij nog heel jong was - had gelezen en bewonderde: Honoré de Balzac, Robert Louis Stevenson, en later ook William Faulkner.

Zijn ontmoeting met Gaston Gallimard typeert Simenon: hij was 'dubbel', hij had weliswaar literaire aspiraties ('tegen de tijd dat ik 45 ben zal ik de Nobelprijs hebben gewonnen'), maar tegelijk deed hij zich ook voor als een veelschrijver, een hardwerkende pulpschrijver zonder pretenties. Niemand kon hem de les lezen. Hij nam altijd de regie over zijn leven en zijn geldzaken in eigen handen. Ook de regie over zijn dood. Pas nadat zijn levensgezellin Teresa, met wie Simenon 25 jaar samenleefde, op 6 september 1989 zijn as had uitgestrooid onder de hoge ceder in de tuin van hun huis in Lausanne, mocht zij de dood van de schrijver bekendmaken. Zelfs zijn kinderen waren niet bij de crematie van hun vader.

'Simenon had zijn leven lang de publiciteit meesterlijk bespeeld', zegt zijn biograaf Patrick Marnham in De man die Maigret niet was, 'zoals hij ook zijn leven lang een hevige afschuw had gehad van de plechtigheden rond de dood.' Van Simenon was niets meer over', schrijft Marnham, 'helemaal niets', alleen nog zijn boeken én papieren die hij had geschonken aan een stichting van de Universiteit van Luik.

Die stad herdenkt dit jaar, met tal van manifestaties, de centenaire van Simenons geboorte: met de grote expositie Simenon. . . un siècle in de Espace Tivoli, over het leven van de schrijver en over zijn boeken, verteld aan de hand van decors, personages en rekwisieten uit zijn romans; met literaire colloquia, foto-exposities over 'de jonge reporter Sim van de Gazette de Liège' en over de pijpen van Maigret, theatervoorstellingen, filmvertoningen en concerten, en - geheel passend bij de erotomaan Simenon - een Revue Nègre in de Opéra Royal, een muzikale komedie over het mondaine leven en de liefdesavonturen van Simenon en Josephine Baker.

In Frankrijk alleen al verschijnen meer dan vijftig boeken over de auteur; zijn romans worden in vele talen heruitgegeven, ook in Nederland. Maar het hoogtepunt van het Simenon-jaar is de presentatie in Luik van twee delen Simenon en een Album Simenon in de prestigieuze Bibliothèque de la Pléiade van Gallimard, het walhalla van de 'erkende' literatuur, de kroon op het werk.

Je kunt nu al door de Luikse wereld van Simenon wandelen, met een stadsplattegrondje van de Simenonville van Maigret en het danseresje, De drie misdaden van mijn vrienden en het autobiografische Pedigree. Dáar is hij met schrijven begonnen, als 15-jarige verslaggever; dáar beleefde hij zijn eerste avontuurtjes en dáar, in Liège couleur Simenon, schrijft Michel Lemoine in zijn driedelige gelijknamige boek, 'vind je de sporen van zijn eerste personages, zijn eerste decors, zijn eerste plots'.

'Op 70-jarige leeftijd handel, denk en gedraag ik mij als het kind van Outremeuse', had hij in Un homme comme un autre gezegd, het eerste van zijn fameuze 'autobiografische dictees', zijn veeldelige memorialen die hij na zijn romans was gaan schrijven. Simenon is bijna honderd jaar geleden, op een vrijdag, 13 februari 1903, in die Luikse volksbuurt geboren, 'een wijk waarin mensen met een klein pensioen, kantoorbedienden, opzichters en weduwen woonden, de kleine luiden zoals ik ze noem, en ook ik reken mezelf nog bij die groep'. Toen hij negentien was, nam hij de trein naar Parijs en ging voorgoed weg uit zijn geboortestad.

Sindsdien, maar vooral ook na zijn openhartige Mémoires intimes, zijn laatste boek over de zelfmoord van zijn dochter Marie-Jo, heeft een grote schare onderzoekers zich over 'zijn leven en zijn werken' gebogen. Ook simenoniens du dimanche, zegt zijn andere biograaf Pierre Assouline, 'zondagssimenoniens' die zich vooral verdiepten in 'cijfers en records', in scabreuze schandaaltjes en gossip. Simenons excessen, zijn ongegeneerde buitensporigheden, waren jarenlang zijn waarmerk; je applaudisseerde voor hem, zei zijn vriend Federico Fellini, 'zoals je applaudisseert voor de durf van de jongleur of de acrobaat in het circus'.

Hij had honderden boeken geschreven: 218 romans onder eigen naam en nog eens driehonderd andere romans en verhalen onder zeker zeventien of misschien nog veel meer pseudoniemen. Simenon schreef ze in een soort trance. Wanneer het boek af was, vaak in nauwelijks zeven of tien dagen, was hij kilo's lichter geworden en had hij naar zijn zeggen 'verschrikkelijk zin in seks'. Zijn geslachtsdrift, zei hij, 'beschouwde hij als volkomen normaal; ongewoon was dat hij er vaak in slaagde deze te bevredigen'.

Aan Fellini vertelde hij een keer, tijdens een interview, dat hij 'nog meer een Casanova was geweest dan zijn vriend'. Hij had, merkte hij terloops op, 'tienduizend vrouwen gehad'. Een tijd lang woonde hij in een ménage à quatre met zijn vrouw Régine die hij Tigy noemde, de dienster Henriette, zijn maîtresse Boule, en zijn tweede vrouw Denyse (hij schreef Denise) Ouimet.

Die getallen, je leest ze altijd weer in beschouwingen en verhalen over Simenon: over de meer dan een half miljard boeken die van hem zijn verkocht, de ruim dertig huizen die hij heeft bewoond, de zestig verfilmingen, de dertig kamers van zijn huis in Lausanne, de meer dan tien bedienden, de auto's en de boten; zelfs over de tientallen pijpen en mooi geslepen potloden op de schappen in zijn werkkamer.

Ooit liet hij, 'voor een uitgeversfeestje', alle kamers van het Amsterdamse Amstel Hotel afhuren. Ja, alle kamers. Het maakte allemaal deel uit van een soort krankzinnige en getalsmatige megalomanie. Dat kostte geld. Daarom bleef hij naast zijn psychologische romans ook nog zijn Maigrets schrijven. Telkens begon hij opnieuw aan een roman, een Maigret of een roman dur, tot in 1974. Hij zou in dat jaar aan zijn 213de psychologische roman beginnen, Victor, vertelde hij aan Francis Lacassin in Conversations avec Simenon. 'Maar hij kon niet meer'. De 'romancier in hem', zei hij, 'was gestorven'.

Het schrijven van detectiveromans was al een stapje hoger op de ladder naar 'de literatuur', zei Simenon, 'hoewel ik een grote hekel heb aan dat woord'. Zijn Maigrets waren 'half-literaire romans'; hij beschouwde ze als 'een overstapje naar echte literaire romans'. 'Ik heb 349 romans geschreven', zei hij toen hij nog geen 34 jaar oud was, 'maar dat alles heeft niets te betekenen. Ik ben nog niet begonnen aan het werk dat ik eigenlijk wil doen. . .'

In zijn Parijse beginjaren schreef hij artikelen voor kranten en tijdschriften, en sentimentele romans in afleveringen. Hij beschouwde ze als zijn romans alimentaires, het was zuivere broodschrijverij. Zo was ook Balzac begonnen, met het schrijven van pulpromans onder diverse pseudoniemen. Aan het grote werk, zijn Comédie humaine, begon hij pas veel later. Eigenlijk wilde Simenon ook zo'n indrukwekkend oeuvre schrijven, over de menselijke komedie; hij had genoeg van de satirische kritieken in Le Canard Enchaîné, alsof 'hij alleen maar zijn boterham verdiende door elke maand iemand te doden en dan de moordenaar op te sporen'. Maar dat deed hij niet. Simenon was geen Balzac. Hij was, schrijft Denis Tillinac in Le mystère Simenon, 'un romancier, et rien d'autre'.

De schrijfster Colette had hem aangespoord vooral geen 'literatuur' te schrijven, maar boeken met zo min mogelijk woorden en met ook weinig adjectieven. Hij had een vast schrijversritueel. Hij hing een bordje, uit een hotelkamer, met Do not disturb erop aan de deur van zijn werkkamer en ging zitten. In een gele enveloppe, die bij zijn schrijfmachine lag, bewaarde hij de plot van zijn verhaal en de namen van zijn personages. Dat deed hij zijn hele leven als romancier, tot hij in 1974 zijn laatste omslag openmaakte, ging zitten, maar - zoals hij aan Lacassin vertelde - geen letter meer kon tikken. Hij besloot nog die dag ermee op te houden.

Hij was maniakaal. Uit zijn dagboek Quand j'étais vieux weten we dat hij het vreselijk vond om op te staan wanneer hij schreef. Hij duldde geen enkele fysieke onderbreking en raadpleegde daarom ook nooit een woordenboek. Hij schreef snel. Simenon was 'de Citroën van de literatuur', schrijft Assouline. 'Het klinkt idioot, maar ik had de gewoonte automatisch te tellen', citeert Marnham Simenon, 'pulpromans tachtig pagina's per dag, detectiveverhalen veertig pagina's per dag, en daarvoor ging ik tweemaal per dag zitten.

Hij sloot zich op. Niemand mocht hem bij het schrijven storen. Hij was en roman. Het was nooddruft, zowel het schrijven als de seks achteraf. Hij nam zichzelf in bescherming. Misschien, zei hij eens, 'was ik bij de Luikse penoze terechtgekomen als ik niet was gaan schrijven'. Twee van Simenons jeugdvrienden zijn voor moord veroordeeld.

Jarenlang werd in Parijs verteld dat hij een contract met de linkse zwendelaar en uitgever Eugène Merle had getekend 'waarbij hij de verplichting aanging zich te laten opsluiten in een glazen kooi, waar hij een roman zou schrijven'. Het boek, dat Simenon in zeven dagen ging schrijven, zou in afleveringen verschijnen in Paris-Matinal, dat echter al gauw op de fles ging, nog voordat men hem in zijn glazen kooi had kunnen opsluiten. Mensen zeiden nog vele jaren later dat zij 'te midden van de grote menigte hadden toegekeken hoe hij had zitten werken'.

Uiteindelijk is hij, toen hij met het schrijven van romans was opgehouden, toch nog die 'man in de glazen kooi' geworden. Niet zozeer de schrijver, maar 'het fenomeen Simenon' (le cas Simenon) in de openbare vitrine van zijn bekentenisliteratuur. Wat nu overbleef om over te schrijven, nu hij geen romancier meer was, was zijn leven. Hij heeft twee autobiografische romans geschreven, een dagboek, zijn autobiografie, veeldelige memoires - de Dictées; het zijn 27 boeken over het personage 'Simenon', een populaire schrijver die meer en meer een kluizenaar was geworden. Hij verhuisde naar een kleiner huis, deed zijn schilderijen en zijn boeken weg, en liet - zegt Marnham - in zijn paspoort de aanduiding 'schrijver' veranderen in 'zonder beroep'.

Comprendre et ne pas juger, 'begrijpen maar niet veroordelen', was Simenons motto. De vraag is: was Simenon een homme sincère, 'oprecht, welgemeend en authentiek'? Hij was een groot schrijver, ja, een échte romanauteur. Maar geen Groot Schrijver als het over 'moraal' ging, dat vond hij een bizar woord, of over 'de' literatuur. Enfin, zei hij op 4 september 1989 tegen Teresa, je vais dormir, 'ik ga slapen'. Als een koorknaap. Zijn nooddruften waren getemd, ook zijn ambities; hij kon eindelijk voorgoed gaan slapen. 
 
 
 Info:
  Jean-Baptiste Baronian: Simenon ou le roman gris - Neuf études sentimentales.
Textuel, import Nilsson , Lamm; 143 pagina's; € 18,05.
ISBN 2 84597 065 X.
Denis Tillinac: Le mystère Simenon.
La Table Ronde, import Nilsson , Lamm; 214 pagina's; € 8,50.
ISBN 2 7103 2569 1.
Francis Lacassin: Conversations avec Simenon.
Éditions du Rocher, import Nilsson , Lamm; 179 pagina's; € 14,-.
ISBN 2 268 04297 9.
Michel Lemoine: Liège couleur Simenon.
Éditions du Céfal (drie delen); 527 pagina's; € 43,50.
ISBN 2 87130 141 7.
Simenon . . . un siècle!
Van 14 februari tot en met 28 september in Espace Tivoli, Luik.

 Volkskrant 07-02-2003, p.21